Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Gelijk als [26]Hij aan de kinderen van Ezau, die in Seir wonen, gedaan heeft, voor welker aangezicht Hij de Horieten verdelgde; en zij verdreven hen uit de bezitting, en hebben aan hun plaats gewoond tot op dezen dag. 26. Namelijk, de HEERE.